|
Over de postercampagne |
In januari 2005 startte CJO met de Nederlandse Spoorwegen een campagne om stationsbezoekers bewust te maken van het gebruik van treinen voor deportaties van Joden en anderen in de Tweede Wereldoorlog. Dit gebeurde in het kader van 60 jaar Bevrijding. Op 66 NS-stations werden posters opgehangen. Klik hiernaast voor de website van CJO of kies een onderwerp in het uitklapmenu voor meer informatie. |
Toespraak Aad Veenman, president-directeur NS, Muiderpoort, 29 september 2005
De Tweede Wereldoorlog is zestig jaar oud. Zelf heb ik hem niet meegemaakt en toch is de oorlog ook voor mij gaan leven. Vele overlevenden getuigen er immers nog van in even zo vele - vaak aangrijpende - verhalen. Tal van gedenktekens herinneren aan al diegenen die dat nooit meer hebben kunnen doen. En de oorlog blijft actueel. Nog steeds verschijnen er films, artikelen en boeken met juist deze episode als achtergrond, vanuit telkens nieuwe invalshoeken. Het vraagt dus veel meer dan zes decennia om deze periode in zijn volle omvang te doorgronden en vooral ook te beseffen dat haat en racisme om de hoek loert. Vijf oorlogsjaren reiken verder dan een heel mensenleven. Ze werpen een schaduw over onze samenleving, vele generaties lang, tot in deze nieuwe eeuw.
Samen met vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap in Nederland wil NS op deze 29ste september stilstaan bij dit deel van haar verleden. Het is voor het eerst dat wij dit in dit verband doen en ik zeg dit met oprechte spijt.Hoe is dit verklaarbaar? Laten we over de diepere oorzaak niet redetwisten. Ook het tijdstip is irrelevant. Wij kunnen immers alleen oordelen met de kennis en het inzicht van het heden. Belangrijk is wel dat wij de volle werkelijkheid van onze geschiedenis . onder ogen durven zien. Erkennen dat, ondanks alle mogelijke nuanceringen en kanttekeningen, onze rol van toen niet altijd als bepaald fraai is te bestempelen.
Van een stilzwijgende aanvaarding mag geen sprake zijn en van moedwillige verdringing van ons verleden kan geen sprake zijn. Herdenken, bezinnen en samen reflecteren werkt ordenend en helend.
Herdenken is niet alleen verbonden met een bepaalde dag, een bepaald gezelschap, keurige donkere kleding, kransen en bloemen. Herdenken kun je op heel veel verschillende momenten en manieren doen. Het gaat erom dat je teruggaat naar die oorlogstijd en dat je met opvattingen en emoties iets doet in het heden. Je realiseert je hoe goed wij het zelf hier en nu hebben. Maar je beseft ook wat een puinhoop we er steeds wereldwijd van maken. Herdenken is niet alleen twee minuten stilte. Het spreekt en het vormt je levensbeschouwing.
Door onze rol van toen te benoemen kunnen wij ook een pijnlijk hoofdstuk uit ons verleden afsluiten. Dan kunnen wij elkaar beter en met hernieuwd vertrouwen aankijken. Bovendien willen we ons samen, ook met de Joodse gemeenschap, op de toekomst van de huidige samenleving richten. Bijvoorbeeld door de Nederlandse jongeren aan te spreken en hen te waarschuwen voor haat en fascisme dat in nieuwe gedaanten telkens weer opduikt. Zo krijgen onze ervaringen uit het verleden een zinvolle plek in het heden. Duidelijkheid en transparantie bieden houvast en evenwicht. Dat hoort bij een volwassen organisatie als NS met een belangrijke publieke rol, midden in de maatschappij.
Wat zijn de feiten?
Met name om de belangrijke publieke rol van de Nederlandse Spoorwegen ook in bezettingstijd te kunnen voortzetten en ook zorg te kunnen blijven dragen voor haar medewerkers, koos de toenmalige directie met tegenzin om het Duitse gezag accepteren. Dat besluit was in lijn met eerdere aanwijzingen van Generaal Winkelman na vertrek van Koningin en regering. Hij verzocht overheidsdienaren en NS hun taken spoedig na capitulatie te hervatten, in elk geval zolang dit in het belang was van het Nederlandse volk. Uiteraard kon men toen de volle consequenties daarvan nog niet overzien. Van de regering in ballingschap kwam vervolgens taal noch teken. Behendig wist men in Utrecht de controle en de dwang die de bezetter over de organisatie uitoefende, zoveel mogelijk te beperken.
Maar NS werd gedwongen de opdrachten van de Duitse autoriteit op te volgen en haar medewerking verlenen aan het transport van joden, zigeuners zoals de Sinti- en Roma-volken, Jehova getuigen en overige politieke strafgevangenen tussen steden zoals Amsterdam en het kamp Westerbork. NS'ers voelden wel tegenzin, zoals Guus Veenendaal dat in zijn vorig jaar verschenen boek over de geschiedenis van de spoorwegen beschrijft. 'Misschien morrend en kankerend, maar uiteindelijk gehoorzamend aan bevelen van bovenaf, hoe onwelkom ook,' hebben zij hun werk gedaan, zo schrijft hij. Maar ook werden briefjes met adressen en boodschappen die door de gedeporteerden uit de treinen werden gegooid, zorgvuldig verzameld en zoveel mogelijk aan de geadresseerden doorgestuurd.
Nadat in 1940 de Duitse bezettingsmacht Nederland in zijn greep had gekregen, werden de joden stap voor stap beroofd van hun werk, bezit en burgerrechten. De invoering van de jodenster in 1942 was de laatste stap ter voorbereiding van de systematische deportatie van de joden uit Nederland. In januari 1942 begon de gedwongen verhuizing van joden naar een aantal Amsterdamse woonwijken en in juli 1942 starten de eerste grote razzia's in Amsterdam, waarna de eerste treinen met joden vanuit Amsterdam Rietlanden naar Westerbork vertrekken. Dit was hun laatste verblijfplaats in Nederland.
Vanaf dit Muiderpoortstation zijn tussen 3 oktober 1942 en 26 mei 1944 ruim elfduizend joden naar het doorgangskamp Westerbork weggevoerd. Vervolgens vertrokken hiervandaan de treinen naar het oosten. 100.000 joden werden door de nazi's naar Midden-Europa vervoerd. Het merendeel had als bestemming de (vernietigings)kampen Auschwitz en Sobibor.
Ook NS'ers zijn door oorlogshandelingen om het leven gekomen. Ook NS is zwaar beschadigd. Het bedrijf moest na de oorlog van de grond af weer worden opgebouwd. En NS'ers hebben wel degelijk moed getoond. Toen uiteindelijk wél een teken uit Londen kwam hebben zij massaal gevolg gegeven aan de oproep tot staken.
Maar toen was het te laat. Dát kon de Joden en andere gedeporteerden niet meer redden. Voor velen neemt het de schaduwzijde van de rol van de spoorwegen dan ook niet weg. Het gegeven van de deportaties is van een geheel andere dimensie. Daarom zal dit gegeven, dit feit voor altijd aan dit station verbonden blijven.
Moet het huidige NS hiervoor haar excuses aanbieden? Daar kun je over van mening verschillen. Het heeft al geleid tot onwelkome disputen in de media. Het kan overkomen als een te gemakkelijk gebaar. Het kan uitgelegd worden als een zoveelste bijdrage aan de ‘sorry-cultuur.’ En dat over een onderwerp dat zo precair is en zoveel emoties oproept, zowel in de Nederlandse samenleving als binnen ons bedrijf. Het is wellicht nooit goed.
We spreken meer dan zestig jaar na dato. Ik kan in het hier en nu slechts uitlatingen doen die in de context van vandaag passen. Daarom bied ik nu toch uit de grond van mijn hart en in alle bescheidenheid namens de Nederlandse Spoorwegen mijn oprechte verontschuldigen aan, aan de Joodse gemeenschap en de andere betrokken groepen.
Afsluiting
Ik sluit af. Dit doe ik door een gedicht uit 2004 van Jurre van den Berg, een talentvolle jonge dichter voor te lezen:
Mijn oorlog
Mijn oorlog
speelt zich af
in films uit Hollywood.
Ik ken ze niet,
de kampen de treinen
van angst. De slachtoffers
slechts acteurs.
Mijn oorlog
Staat gedrukt
In dikke boeken.
Ik ken ze niet,
De gruwelijke beelden
van verdriet. De doden
slechts als cijfers.
Mijn oorlog
Twee stille
Minuten, eens per jaar.
Ik ken hem niet.
Maar ik besef de angst,
het leed van toen en nu.
Ik herdenk.
Wat?
Samen met de Joodse gemeenschap starten we een postercampagne. Het ritueel ‘Herdenken’ of misschien beter gezegd ‘gedenken’ willen wij omzetten in ‘iets doen’. Samen vragen we om aandacht voor het onderwerp haat versus verdraagzaamheid in ons huidig dagelijkse leven. Op 66 stations door geheel Nederland komen 550 posters te hangen. Deze posters zijn ontworpen door het Centraal Joods Overleg. NS faciliteert. |
|