|
Over de postercampagne |
In januari 2005 startte CJO met de Nederlandse Spoorwegen een campagne om stationsbezoekers bewust te maken van het gebruik van treinen voor deportaties van Joden en anderen in de Tweede Wereldoorlog. Dit gebeurde in het kader van 60 jaar Bevrijding. Op 66 NS-stations werden posters opgehangen. Klik hiernaast voor de website van CJO of kies een onderwerp in het uitklapmenu voor meer informatie. |
Uit: 'Joden in Meppel', T.J. Rinsema
Het plan was goed doordacht. Ruimtes waren geregeld waar de uit hun huizen gehaalde mensen konden worden ondergebracht. In ieder geval het politiebureau maar misschien ook de marechausseekazerne aan de Vos van Steenwijklaan, sociëteit Tivoli, een school? We weten het niet, het behoort bij het best bewaarde geheim van Meppel: de nacht van 3 oktober.
Ongeveer 66 huizen werden ‘beroofd’ van hun bewoners, en met hetzelfde gemak werden ook nog eens zeven passanten opgepakt. Als bonus! Plukje voor plukje werden de ontheemden afgeleverd. Sommigen waren er al om een uur, anderen om vier uur. Angstig keken ze elkaar aan, probeerden elkaar moed in te spreken, troostten kinderen. In hun ogen leegte, verdriet, wanhoop… Naarmate de nacht vorderde, kwamen steeds meer mensen binnen. Blikken van herkenning, een korte groet, een vraag. De mensen klonterden bij elkaar, hun bagage stond langs de muren. Als buitenstaanders keken de politiemannen en marechaussees toe. Misschien soms een troostende opmerking of een wanhopig gebaar. De nacht duurde lang er leek geen eind aan te komen. Angst kreeg steeds meer de overhand: wat gebeurde er verder en wanneer? Maar toen het langzamerhand begon te dagen, ontstond er beweging onder al die wachtenden. En, hoe vreemd dat ook moge klinken, er was een moment van opluchting; er gebeurde tenminste iets. Politiemannen liepen heen en weer, spraken met elkaar en keken op hun horloge. Het was tijd: ‘opstaan, bagage oppakken en naar het station. Daar staat de trein die jullie naar Westerbork zal brengen.’
Geleidelijk kwam iedereen in de benen. Kinderen werden uit een onrustige slaap gewekt, oude mensen waren doodmoe van een doorwaakte nacht. Langzaam pakte men dat wat van hem of haar was en liep door de deur naar buiten. De kille mistige ochtendlucht voelde aan als een natte handdoek en deed velen rillen. Een aantal jongens had zich verstopt in een wachthokje voor het station. Spertijd was zojuist afgelopen, dus men mocht naar buiten. Een van hen: ‘daar zag ik ze komen. Eerst waren de straten helemaal leeg en toen ineens, ik zal het nooit meer vergeten, kwamen ze daar aan. Een grote groep mensen naderde via de Emmastraat, de Parallelweg en de Stationsweg. Allen liepen bepakt en bezakt richting station, verdwaasd voor zich uit kijkend. Ook deze Duitse operatie liep weer als een goed geoliede machine. Tegelijkertijd kwam iedereen bij het station aan. De trein, toen was het nog een personentrein, stond dampend aan het perron.’
Onderwijl had Breedveld zich met een aantal Duitsers naar het Stationsplein begeven. Toen zijn personeel de joden had opgehaald, had hij zich afzijdig gehouden en met de Beauftragter van de Rijkscommissaris uit Assen wat gepraat en een goede sigaar gerookt, op zijn kantoor. Bij het station aangekomen stoorde het hem dat er zo weinig politiemannen aanwezig waren om toezicht te houden. Toen een aantal patrouilles uit de stad terugkeerde, wees hij nog wat extra bewakers aan. Veel bewakers waren er uiteindelijk niet, dus als iemand had willen ontsnappen, zou dat nog wel gekund hebben ook. Maar wie was na al die verschrikkingen nog zo goed bij zijn positieven om alsnog snel een plan te bedenken. Bijvoorbeeld de familie Frank uit de 1e Hoofdstraat. Zij hadden nog wat vergeten en vroegen aan de op het Stationsplein aanwezige agent Jan Bralten, in het dagelijks leven bijna hun buurman: ‘mogen wij nog even naar huis wat ophalen?’Geen probleem vond hij. Twintig minuten later kwamen de heer en mevrouw Frank puffend en steunend weer terug…net op tijd om de trein te halen.
Op het Stationsplein heeft Breedveld persoonlijk kunnen aanschouwen wat een verschrikking was aangericht. Ongeveer 170 mannen, vrouwen en kinderen stonden daar hulpeloos, reddeloos en radeloos. Er werd gehuild, gesmeekt, gepraat en gezwegen. Van het Stationsplein liep de hele meute naar het perron waar de trein gereed stond. Enkelen liepen vooruit om een plek te bemachtigen en riepen naar familie, buren of bekenden: ‘kom hier, hier is nog plaats.’Rond 08.00 uur zette de trein zich in beweging richting Westerbork. Vertwijfeld wierp men nog een blik uit het raam; zouden ze hun woonplaats ooit nog terugzien?’
Het vervoersschema van de aankomst van de joden op zaterdag 3 oktober in Westerbork is bewaard gebleven. Daarin staat te lezen hoe laat de treinen uit de diverse plaatsen en werkkampen in Nederland Westerbork of Hooghalen bereikten. De trein met de Meppeler joden had nummer 1503 en arriveerde om 8.30 uur in Hooghalen. De (volgens dit schema) 180 inzittenden hebben te voet de laatste kilometers van hun reis moet afleggen. |
|